-
1 weg
weg1〈de〉4 [doortocht] way♦voorbeelden:de grote weg • the main road, the motorwayeen kortere weg nemen • take a short cutopenbare weg • public highway/roadop de rechte/goede/verkeerde weg zijn • be on the right/wrong trackeen weg aanleggen • build a roadde weg afsnijden voor (onderhandelingen) • shut the door on (negotiations)de weg effenen voor iemand • pave the way for someonezijn eigen weg gaan • go one's own wayde weg weten • know the wayiemand de weg wijzen • show someone the wayaan de weg naar Delft • on the road to Delftflink aan de weg timmeren • be busy creating a distinct profile for oneselfzich op weg begeven • set/start outop weg gaan • set off (on a trip), set out (for), godat is de kortste/zekerste weg • that is the quickest/surest waylangs deze onsympathieke weg • even though I don't like this meanszich van slinkse wegen bedienen, slinkse wegen gaan • use devious ways and meansnieuwe wegen openen voor de handel • open new channels for tradenog een lange weg voor zich hebben/te gaan hebben • have a long way to go4 iemand de weg afsnijden • cut someone off, block someone's wayzich een weg banen • work/edge one's way through; 〈 met meer kracht〉 force/fight one's way through; 〈 in de wereld〉 carve one's (own) way (in the world)met zijn tijd/geld geen weg weten • not know what to do with one's time/money(iemand) in de weg staan • stand in someone's/the wayiemand iets in de weg leggen • put something in someone's way(voor) iemand uit de weg gaan • keep/get out of someone's way, avoid someoneproblemen uit de weg ruimen • get rid of/eliminate problemsiemand uit de weg ruimen • eliminate someone, get rid of someoneeen misverstand uit de weg helpen • clear up a misunderstanding————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig; niet te vinden] gone2 [verrukt] crazy3 [verwijderd] away♦voorbeelden:de sleutel/de pijn/haar geld is weg • the key/pain/money is goneweg wezen! • 〈 plaats buiten〉 (let's) get away from here!; 〈 plaats binnen〉 (let's) get out of here!weg met … • away/down with …het heeft er veel van weg dat hij het met opzet deed • it looks very much as if he did it on purpose -
2 iemand de hals afsnijden
iemand de hals afsnijdencut/slit someone's throat————————iemand de hals afsnijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de hals afsnijden
-
3 isoleren
1 [afzonderen] isolate ⇒ 〈 met betrekking tot zieken ook〉 quarantine, 〈 door storm, overstroming, sneeuw ook〉 cut off♦voorbeelden:1 iemand isoleren • 〈 in quarantaine〉 isolate/quarantine someone; 〈 in sociaal isolement〉 cut someonehij isoleert zich te veel • he isolates himself too much1 [van afscherming voorzien tegen kou e.d.] insulate (from/against)♦voorbeelden: -
4 strot
2 [strottenhoofd] larynx♦voorbeelden:iemand de strot dichtknijpen • choke/throttle someoneiemand bij de strot grijpen/naar de strot vliegen • seize someone by the throat, fly at someone's throat〈 informeel〉 ik krijg het niet door mijn strot • 〈 letterlijk〉 I couldn't eat it to save my life; 〈 wil het niet zeggen〉 the words stick in my throat〈 figuurlijk〉 iets door de strot geduwd krijgen • have something pushed/rammed down one's throat -
5 keel
1 throat♦voorbeelden:1 een dikke/ontstoken keel hebben • have a swollen/sore throatiemand de keel dichtknijpen • throttle someone〈 figuurlijk〉 het hangt me (mijlen ver) de keel uit • I've had it up to here, I'm fed up with itzijn keel schrapen • clear one's throatdat krijg ik niet door mijn keel • I couldn't eat that to save my lifehet hart bonsde hem in de keel • his heart leapt into his mouthiemand naar de keel vliegen • go for someone's throat -
6 onderbreken
♦voorbeelden:mag ik u even onderbreken? • may I interrupt you for a moment?iemand in zijn verhaal onderbreken • cut someone's story short -
7 hals
1 [deel van het lichaam/van een voorwerp] neck2 [keel] throat3 [nek] nape4 [met betrekking tot kledingstukken] neck(line)♦voorbeelden:iemand de hals afsnijden • cut someone's throatiemand om de hals vallen/vliegen • throw one's arms round someone's neck3 〈 figuurlijk〉 zich moeilijkheden/problemen op de hals halen • saddle oneself with troubles/problemsweet je wat hij zich nu op de hals gehaald heeft? • do you know what he's let himself in for now?hij heeft het zichzelf op de hals gehaald • he has brought it on himself¶ 't is een onnozele hals • he/she is a simple soulzich hals over kop in iets storten • rush into somethinghals over kop verliefd worden • fall head over heels in lovehals over kop vertrekken • rush offhals over kop op de vlucht slaan • take to one's heels -
8 iemand de weg afsnijden
iemand de weg afsnijdencut someone off, block someone's wayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de weg afsnijden
-
9 iemand isoleren
iemand isolerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand isoleren
-
10 klein
klein1〈 het〉1 small♦voorbeelden:in het klein verkopen • retail, sell (by) retailde wereld in het klein • the world in a nutshell/in miniaturein het klein beginnen • begin/start in a small way/on a small scaleeen Marilyn Monroe in het klein • a mini Marilyn Monroe————————klein23 [gering in aantal/hoeveelheid] small5 [niet voornaam/groots] small6 [niet helemaal] little♦voorbeelden:1 een klein eindje • a short distance/little wayeen kop kleiner dan … • a head shorter than …te kleine schoenen • tight shoes, shoes that are too smallhij is klein gebouwd • he is short (in stature)klein van stuk • of small stature/buildzij is klein voor haar leeftijd • she is small for her ageklein maar dapper • small but tough/gameklein maar fijn • good things come in small packages〈 spreekwoord〉 wie 't kleine niet eert, is het grote niet weerd • he that will not stop for a pin will never be worth a pounddaar is hij nog te klein voor • he is still too young for thathebt u het niet kleiner? • have you got nothing smaller?7 met een klein stemmetje • in a timid/small voiceklein van geest • petty, narrow-mindedII 〈 bijwoord〉1 [op kleine wijze] small♦voorbeelden: -
11 iemand de keel afsnijden
iemand de keel afsnijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de keel afsnijden
-
12 iemand de strot afsnijden
iemand de strot afsnijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de strot afsnijden
-
13 iemand in zijn verhaal onderbreken
iemand in zijn verhaal onderbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in zijn verhaal onderbreken
-
14 iemand klein krijgen
iemand klein krijgenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand klein krijgen
-
15 iemand op zijn nummer zetten
iemand op zijn nummer zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op zijn nummer zetten
-
16 iemand op zijn ziel trappen
iemand op zijn ziel trappenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op zijn ziel trappen
-
17 iemand opzettelijk veronachtzamen
iemand opzettelijk veronachtzamenslight/cut someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand opzettelijk veronachtzamen
-
18 iemand straal/volkomen negeren
iemand straal/volkomen negeren〈 ook〉 cut someone dead/coldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand straal/volkomen negeren
-
19 kelen
2 [wurgen] strangle, throttle -
20 negeren
negeren————————negeren1 ignore ⇒ take no notice of, 〈 persoon ook〉 give the cold shoulder, 〈 naast zich neerleggen〉 disregard, 〈 naast zich neerleggen〉 brush aside♦voorbeelden:deze feiten worden eenvoudig genegeerd! • these facts are simply being ignorediemand straal/volkomen negeren • 〈 ook〉 cut someone dead/cold
См. также в других словарях:
cut someone some slack — (esp N American informal) To allow someone to act without undue criticism or pressure • • • Main Entry: ↑slack * * * cut/give/someone some slack informal phrase to be less strict with someone … Useful english dictionary
cut someone dead — phrase to pretend not to see or recognize someone that you know, or to refuse to talk to them I shouted hello but she cut me dead. Thesaurus: to insult or offend someonesynonym to fail or refuse to communicate with someonesynonym Main entry: cut… … Useful english dictionary
cut someone to the quick — cut someone to the bone/heart/quick phrase to say or do something unkind that makes someone feel very upset His mockery, which he meant as a joke, cut her to the bone. Thesaurus: to be cruel or unkind to someonesynonym Main entry: cut * * *… … Useful english dictionary
cut someone some slack — cut (someone) some slack American & Australian, informal to allow someone to do something that is not usually allowed, or to treat someone less severely than is usual. Officials have asked the Environmental Protection Agency to cut Utah some… … New idioms dictionary
cut someone down to size — cut (someone/something) down to size to make someone or something less important or detailed. When he started the job he thought he knew everything, but we soon cut him down to size. Sometimes we have to cut our grand dreams down to size … New idioms dictionary
cut someone loose — cut (someone/something) loose to get rid of or release someone or something. He made it in baseball to the major leagues, but the Sox cut him loose because he could not hit. Many workers will be cut loose in the upcoming staff reductions … New idioms dictionary
cut someone to the heart — cut someone to the bone/heart/quick phrase to say or do something unkind that makes someone feel very upset His mockery, which he meant as a joke, cut her to the bone. Thesaurus: to be cruel or unkind to someonesynonym Main entry: cut … Useful english dictionary
cut someone to the bone — cut someone to the bone/heart/quick phrase to say or do something unkind that makes someone feel very upset His mockery, which he meant as a joke, cut her to the bone. Thesaurus: to be cruel or unkind to someonesynonym Main entry: cut … Useful english dictionary
cut someone dead — cut (someone) dead to ignore someone when you see them or when they speak to you because you are angry with them or do not like them. I asked her about it in the meeting and she just cut me dead … New idioms dictionary
cut someone down to size — cut (someone) down to size to criticize someone who you think is too confident in order to make them feel less confident or less proud. When he started he thought he knew everything, but we soon cut him down to size … New idioms dictionary
cut someone to the quick — cut (someone) to the quick old fashioned to upset someone by criticizing them. I was cut to the quick by her harsh remarks. (usually passive) … New idioms dictionary